Den Haag - een groot dorp met stadse allure (1) | Column
(Voor de liefhebbers is hier de Haags fonetisch vertaalde column)
Om een stad echt van binnenuit te leren kennen moet je een stad voelen, zien en proeven. Voor deze serie verhalen reis ik, De Reizende Rijsdijk, kriskras door Nederland om steden écht te leren kennen en geheimen aan de stad te ontfutselen. Ga met me mee!
Van Den Haag tot Voorburg
(12-12-2023) Hoewel ik namens Uitjesbureau normaliter alleen naar steden reis, mocht ik vandaag eens naar een dorp. En dan ook nog eens naar het grootste dorp van Nederland, want hiermee komen we gelijk bij het eerste geheim van Den Haag: het is officieel geen stad. Want hoewel Den Haag natuurlijk de grootte en alle kenmerken van een stad bezit heeft het, in tegenstelling tot aangrenzende gemeenten als Rijswijk en Voorburg, nooit stadsrechten gekregen en is daarmee dus officieel nog een dorp. Een behoorlijk uit de kluiten gewassen dorp!
En over Voorburg gesproken, daar woont mijn vroegere klasgenoot Arjan tegenwoordig. Arjan woont al zo’n 27 jaar in Den Haag en omgeving. We spreken voor een kop koffie af bij Babylon, naast het Centraal Station, waar ik vroeger vaak met mijn grootouders kwam. Ik ben de zoon van een echte Hagenees. Mijn grootouders woonden toen ik klein was in Den Haag en zodoende kwam ik daar vroeger vaak. Ik kende de stad dan ook erg goed als kind. Die kennis is nagenoeg verdampt, omdat ik er haast nooit meer kom. De omgeving rond het Centraal Station is enorm veranderd en eenmaal in de stad was Google Maps mijn beste vriend. Mijn opa en oma kan ik het helaas al een tijdje niet meer vragen. Maar ik kreeg gelukkig allerlei goede aanwijzingen van de geworden Hagenees Arjan.
Kunst en Discussies
De koffie smaakte goed. Hier geen Haagse Bakkies. Haagse Bakkies zijn kopjes koffie die maar voor de helft gevuld zijn. Volgens de overlevering kregen arbeiders die bij rijke gezinnen moesten werken vaak zo’n matig gevuld kopje koffie, want ze kwamen tenslotte om te werken en niet om koffie te drinken. Na de koffie loop ik een stukje met Arjan mee de stad in. Hij wijst me op een bijzonder beeld op het Lange Voorhout tegenover de Hofvijver. Aan de ene kant zien we de grondlegger van de Nederlandse democratie, Thorbecke, die vanachter zijn bureau in de richting van ‘Het Torentje’ kijkt. Aan de andere kant van het beeld zie je een tafel waarachter twee mannen zitten, maar op de hoek van dit tafel zit een dame met een zeer kort rokje bevallig op de tafel. Je kunt ook onder het rokje kijken (hoorde ik van een vriend). Maar wat is de betekenis hierachter? Die is zoals bij alle kunst natuurlijk voor velerlei interpretaties vatbaar. Sommige mensen vinden het seksistisch dat die dame daar zo wulps bij die twee pratende mannen op tafel gaat zitten. De uitleg die de kunstenaar geeft, is dat het een ode aan de democratie is en door de dame pontificaal met haar derrière op de tafel te laten zitten, neemt zij deel aan de discussie tussen de twee mannen aan tafel en eist zij zo haar plek in de democratie op. Hmmm… juist. Ik moet er nog eens goed over nadenken wat ik er nou van vind, maar boeiend is het zeker!
Gevangenenpoort en Middeleeuwse Straffen
En over boeien gesproken: ik loop inmiddels richting Buitenhof, want daar staat de Gevangenpoort. Als je een misdaad had gepleegd of je moest worden gedwongen tot praten, dan werd je in de boeien geslagen en kwam je daar terecht. En voor wie denkt dat de straffen in Nederland te soft zijn: in de Middeleeuwen waren ze niet vies van creatieve lijfstraffen. Zo had je straffen die tijdelijke pijn opleverden, zoals de schandpaal. Dan mochten mensen je uitschelden en bekogelen met bijvoorbeeld rot fruit en uitwerpselen, maar er waren ook straffen waar je de rest van je leven last van had: verminkingen als een afgehakte hand voor dieven of het brandmerken van je neus, tong, of oren. Zodat iedereen wist dat je een misdaad had gepleegd. De echte zware criminelen kregen de doodstraf.
De manier waarop de doodstraf werd uitgevoerd lag behalve aan de misdaad ook aan de maatschappelijke status van de misdadiger. Zo was de meest milde manier dat je hoofd eraf werd gehakt met een zwaard. Dat ‘voorrecht’ was gegund aan mensen van adel of personen van een zeker aanzien. Maar ondanks dat ‘privilege’ moest je dan nog wel het geluk hebben dat de beul vakkundig was en dat het zwaard niet bot was. Dan was je snel uit je lijden verlost. Bot zwaard plus onkundige beul: dan had je alsnog een hele nare aftocht van deze aardkloot. De armelui kregen de galg. Dan wachtte Magere Hein doorgaans een stuk langer om je af te halen. Een enkele keer werd de brandstapel gebruikt, voornamelijk voor hekserij en homofilie.
Een Culinaire verademing
Nadat ik goed op de hoogte ben van allerlei wreedheden die we nu gelukkig niet meer hebben, is het tijd voor wat luchtigers en wat is er luchtiger dan een lekker bakkie Haagse Bluf eten? Het is heerlijk, maar bestaat uit niet meer dan geklopte eiwitten, suiker en bessensap. De naam is een verwijzing naar het ‘air’ dat de Haagse bevolking zou hebben: het lijkt heel wat, maar het is voornamelijk lucht.
Ik ga verder het grote dorp in. Ik wil eigenlijk wel even ergens in een parkje zitten. Weet je wat? Ik bel even aan bij de koning en de koningin. Misschien zijn ze thuis. Over dat en meer vertel ik in deel 2!
Heeft Den Haag je hart gestolen? Bekijk ons volledige scala aan teamuitjes die teambuilding bevorderen voor een onvergetelijke ervaring.