(19-12-2023) Nadat ik in deel 1 de boeiende lijfstraffen in de Gevangenpoort bekeek, een boeiend kunstwerk zag en Haagse Bluf at, was ik er aan toe om even rustig in een parkje te zitten. En daar komt weer een leuk stadsgeheim: wandel richting Paleis Noordeinde en dan kun je aanbellen bij de Koning en de Koningin! Of ouderwets belletje trekken. Achter Paleis Noordeinde aan de kant van de Molenstraat, gewoon een doodnormale straat in het Haagse centrum, ligt de Paleistuin. Daar kun je een tunneltje in, waar aan het einde een deur is. Als je daar aanbelt wordt er een poort voor je opengedaan. Daar is nog steeds weinig bijzonders of Koninklijks aan. Maar aan het einde van de steeg ga je naar rechts en ineens loop je zo de tuin van Paleis Noordeinde in! De Paleistuin is gewoon open voor publiek, maar het is niet zo heel erg bekend bij het grote publiek. Je kunt er lekker wandelen, sporten of picknicken en er is ook veel kunst te zien. Helaas waren Wim-Lex en Max niet thuis, maar het is op een mooie zonnige dag een fijne gratis aanrader midden in de stad… eh… het dorp!

Ik loop door naar de Grote Markt, want daar heb ik later op de middag afgesproken met Sarah. Sarah is een geboren en getogen Haagse en het lijkt mij leuk om een stukje met haar te wandelen. Ik ben wat vroeg, maar zie aan de rand van het plein het beeld van dé personificatie van de volkse Hagenees: Haagse Harry. Haagse Harry is een stripfiguur die in de jaren negentig is ontsproten aan het brein van Marnix Rueb. Harry is een kettingrokende, werkloze gozer die zich kleedt in een felgekleurd trainingspak, als coiffure een matje heeft, plat Haags praat en nogal grof in de mond is, maar die wel een hart van goud heeft. Zijn favoriete voetbalclub is natuurlijk ADO Den Haag. Harry is dus een echte Hagenees, maar er is een verschil tussen Hagenezen en Hagenaars: van oudsher waren de Hagenezen de plat pratende volkse mensen, waar Harry een karikaturaal uitvergroot voorbeeld van is (zou hij gebaseerd zijn op ‘De Alleenstaande Vandaal’ van het legendarische oer-Haagse duo Van Kooten en De Bie?), en de Hagenaars de mensen uit de hogere klasse. En dan had je nog mijn oma die een grappige tussenvorm was: mijn oma stond zich altijd erg voor op goede manieren en etiquette (Hagenaar), maar als haar iets niet beviel, bijvoorbeeld in een winkel, dan kukelde ze even uit haar rol van nette Haagse dame en kon ze te keer gaan als een Hagenees!